Iedereen die in Nederland woont en gelijk gesteld kan worden met een Nederlander, kan aanspraak maken op bijstand op grond van de Participatiewet. Dit geldt zowel voor burgers van de Europese Unie (EU-burgers) als voor vreemdelingen uit derde landen (derdelanders). Een beroep op bijstand kan echter wel gevolgen hebben voor het verblijfsrecht.
In de praktijk blijkt het niet altijd duidelijk te zijn wanneer er nu wel en niet recht is op bijstand. Ook is niet altijd duidelijk wanneer en hoe een melding gedaan moet worden bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). In deze handreiking wordt antwoord gegeven op deze vragen.
Leeswijzer
In het eerste hoofdstuk wordt beschreven in welke gevallen EU-burgers aanspraak kunnen maken op bijstand. De beschreven stappen volgen het werkproces en elke stap is toegelicht en onderbouwd. Het tweede hoofdstuk gaat in op de situatie van derdelanders. In het derde hoofdstuk wordt de melding bij de IND beschreven. Hoofdstuk vier geeft antwoord op veel gestelde vragen. In het vijfde hoofdstuk zijn tot slot stroomschema’s opgenomen waarmee u in één oogopslag kunt zien of er recht op bijstand bestaat.