De nadruk die de Participatiewet legt op het creëren van banen voor arbeidsgehandicapten, heeft op middellange termijn niet de gewenste uitkomst. Arbeidsgehandicapten komen vaak ver onder hun niveau te werken. Dat verkleint het werkplezier, waardoor velen van hen na een jaar weer uitstromen, blijkt uit onderzoek van het Researchcentrum voor Opleiding en Arbeidsmarkt (ROA) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) onder 42.000 arbeidsgehandicapten, dat woensdag in economenblad ESB is gepubliceerd.
Met de uitkomsten plaatsen de onderzoekers een kritische noot bij de in 2015 ingevoerde Participatiewet. Mede door 125.000 banen te creëren voor arbeidsgehandicapten, wil deze wet stimuleren dat meer van hen aan de slag gaan bij een reguliere werkgever. Het onderzoek van het ROA en het CBS richtte zich niet specifiek op de Participatiewet, maar op arbeidsgehandicapten in het algemeen.
Naast het creëren van banen, moeten werkplekken en vaardigheden van arbeidsgehandicapten beter op elkaar aansluiten, zegt hoofdonderzoeker Annemarie Künn van het ROA. ‘Uit een UWV publicatie blijk dat in 2014 55.600 Wajongers aan het werk gingen. Dat was weliswaar een toename, maar binnen een jaar had de helft van hen deze baan weer verloren.’ Een verklaring hiervoor is de negatieve relatie tussen baantevredenheid en hebben van werk dat niet aansluit bij iemands vaardigheden. Ook blijkt dat werknemers met een beperking minder vaak deelnemen aan trainingen en cursussen.
Werkgevers zijn wettelijk verplicht werkplekken en de inhoud van het werk te laten aansluiten op de vaardigheden van een gehandicapte werknemer. Ook de Sociaal-Economische Raad concludeerde in 2016 dat lang niet alle bedrijven voldoen aan de verplichtingen.
Van de gehandicapte werknemers zegt 35,5% vaardigheden te hebben die hoger zijn dan vereist voor het werk dat ze doen, tegen 32,2% van de niet gehandicapte werknemers, blijkt uit de cijfers van het ROA en CBS. In de ICT hebben arbeidsgehandicapten bijna elf procentpunten meer kans overgekwalificeerd te zijn dan niet-arbeidsgehandicapten. Een verklaring hiervoor is dat werknemers met een ziekte of handicap ook een grotere kans op een mismatch hebben als ze zelf geen belemmering ervaren bij het uitvoeren van het werk.
Vooroordelen
Het vinden van een baan biedt overigens geen garantie dat arbeidsgehandicapten meekomen met niet-arbeidsgehandicapten. Werknemers met een beperking nemen minder vaak deel aan trainingen en cursussen, waardoor de mismatch blijft bestaan. Ook discriminatie speelt een rol. Door vooroordelen en gebrek aan informatie hebben arbeidsgehandicapten een kleinere kans een baan te vinden die bij hun vaardigheden past. Ze accepteren daardoor sneller een baan die onder hun niveau ligt, schrijven de onderzoekers.
FD 220317